De dingen hebben verschillende aspecten en kunnen op verschillende manieren worden bekeken.
Michel de Montaigne
Wie heeft nou gelijk?
Zhuang Zi formuleert het antwoord op de vraag naar de zin van filosofische schermutselingen met een tegenvraag:
Stel dat jij en ik een discussie zouden beginnen. Als jij zou winnen - en ik dus niet van jou gewonnen had - zou jij dan inderdaad gelijk hebben en ik ongelijk? En wanneer ik gewonnen had - en jij dus niet - zou ik dan inderdaad gelijk hebben en jij ongelijk? Is een van ons in het gelijk en dus de ander niet? Of zijn we allebei in het gelijk of allebei in het ongelijk? Als jij en ik dat samen niet kunnen uitmaken, dan zullen anderen nog meer in het duister tasten. Wie kan ik erbij roepen om dit recht te zetten? Stel ik haal iemand erbij om het recht te zetten die het met jou eens is. Gezien het feit dat hij het me je eens is, hoe kan hij het dan rechtzetten? Stel dat ik iemand erbij haal die het eens is met mij. Omdat hij het al eens is met mij, hoe kan hij dan tussen ons beslissen? Zullen we dan iemand erbij roepen die het zowel met jou als met mij oneens is, hoe kan hij tussen ons arbitreren? En mochten we iemand laten komen die het met ons beiden eens is, hoe zou hij dan, juist omdat hij het zowel met jou als met mij eens is, de zaak kunnen berechten? Dus, als noch jij noch ik noch enig ander dit onder ons kan uitmaken, op wat voor ander zullen we dan nog wachten?
15. Een woordenwisseling die uitmondt in een lied
L
Zhuang Zi, De volledige geschriften (vertaald en toegelicht door Kristofer Schipper). Uitgeverij Augustus, Amsterdam, Antwerpen 2007