De weg van haiku begint in Zen.
Hasumi Toshimitsu
De schoonheid van het eenvoudige en onvolmaakte (2)
Haiku: poëzie met een hoog soortelijk gewicht
Seizoenwoorden ofwel kigo, zoals het woord 'ochtendbries' in de haiku van de aalscholver plaatsen de lezer in het gewenste decor. Ze zetten meteen de toon, net als de kruisen en mollen aan het begin van een muziekstuk. Kigo zijn in de eerste plaats de woorden lente, zomer, herfst en winter zelf. Verder de woorden die naar deze jaargetijden verwijzen. Wilde ganzen, riet, chrysanten en de maan, bijvoorbeeld, horen bij de herfst. Wilgen, nevelsluiers en koolzaad duiden op de lente.
velden vol koolzaad
de maan staat in het oosten
de zon in 't westen
Buson (1715-1783)
Het lentewoord bij uitstek is kersenbloesem, omdat het staat voor het mooiste en kwetsbaarste dat het voorjaar voortbrengt. Daarmee vertegenwoordigt het gelijktijdig aardse schoonheid en vergankelijkheid. Ook woorden als ochtend, middag en schemering, doen dienst als seizoenwoord. Door hun associatie met het cyclische ritme van dag en nacht, zinspelen ze op het feit dat alles constant verandert in een steeds terugkerende beweging. Seizoenwoorden duiden op een begin of een einde, op geboorte of dood. Ze stellen de dichter in staat uitdrukking te geven aan zijn gevoeligheid voor het verstrijken van de tijd.
Kigo hoort bij haiku als alliteratie, assonantie, rijm en metrum bij de westerse poëzie. Hetzelfde geldt voor wabi-sabi en andere stijlelementen als hosomi (letterlijk tengerheid), shibumi (wrangheid), yugen (het mysterie van het onbekende), aware (melancholie) en karumi (lichtheid van het alledaagse). Als kigo de toon van een haiku zetten, leveren deze stijlelementen de smaak, de kleur en de geur. Ze geven haiku de diepere betekenis die pas opvalt na herhaalde lezing.
Hosomi
Hosomi staat voor compactheid, voor zuinigheid in het gebruik van woorden en beelden. Het stelt de dichter in staat 'een tafereel weer te geven en dan zelf te verdwijnen', aldus de zeventiende eeuwse haikudichter Basho. Elke lettergreep heeft betekenis. Stoplappen komen niet voor. Eén woord te veel en het effect is weg. Haiku heeft een hoog soortelijk gewicht. Haiku is ook zeer terughoudend in het gebruik van het aantal beelden per gedicht. Twee is zo'n beetje het maximum. Nog één daarbovenop leidt al gauw af van de kern.
helder water
een piepklein krabbetje kruipt
langs mijn been omhoog *
Basho (1644-1694)
Shibumi
Over shibumi (wrangheid) zegt Basho dat die haiku een scherp kantje geeft. Het voegt een vleugje wrangheid toe dat eerder doet denken 'aan de smaak van pruimen dan van perziken'. Shibumi is het tegenovergestelde van zoet, sentimenteel en emotioneel.
donker wordt de zee
geroep van wilde eenden
ver weg en vaag wit
Basho
Yugen
Yugen wijst naar het verborgene en duistere, naar de onvatbaarheid van lot en leven, naar het mysterie van het onbekende. Het begrip komt al voor in de Chinese poëzie en filosofie van meer dan vijfentwintighonderd jaar geleden. Yugen is ook de kracht van de volgende haiku.
zes wilde zwanen -
hoe langzaam die vleugelslag
van lang geleden
J.C. van Schagen (1891-1985)
Centraal staat hier onze mysterieuze verbondenheid met alles wat aan ons vooraf is gegaan. Met de tijd voordat homo sapiens en zelfs zijn voorgangers op aarde verschenen. Ook toen al trokken grote witte vogels met hun trage fluitende vleugelslag langs de hemel.
Aware
We kunnen een leuk gezin, een aardige familie en sympathieke vrienden hebben, maar uiteindelijk staan we alleen in de wereld. Aan de andere kant maken we onlosmakelijk deel uit van een groter geheel. Noem het de natuur, de kosmos of het universum. Haiku drukt deze menselijke conditie van eenzaamheid en gelijktijdige geborgenheid uit in aware, de stemming van melancholie ofwel de droefheid om de kwetsbaarheid en vergankelijkheid van de dingen.
weg door de velden
niemand die erover loopt
deze herfstavond **
Basho
Karumi
Karumi is de lichtheid van het alledaagse. Waar wabi de schoonheid van de dingen toont, benadrukt karumi de gewoonheid ervan, soms met een vleugje humor.
een merel, peinzend
bij een korstje brood op straat
en een kraai pikt het
J.C. van Schagen
Het haikumoment
Haiku is poëzie van de zintuigen en de gewaarwording. Haiku toont direct de werkelijkheid. Althans aan de oppervlakte, want een haiku is niet zo maar een kiekje, een mooi plaatje. Belangrijker dan wat de woorden zeggen, is wat ze niet zeggen, maar suggereren. Die suggestie ligt in stijlelementen als wabi, sabi, shibumi, yugen, aware en karumi. Zij boren de diepere laag aan die verborgen ligt in de objectieve weergave van het natuurtafereel. Via de observatie van iets dat lokaal en tijdelijk is, openbaren ze een glimp van de werkelijkheid die plaats en tijd overstijgt.
De schoonheid van het eenvoudige en onvolmaakte (3)
Haiku en de onderlinge weerklank van de dingen
C
haiku maken is
onthecht een gezwaluwstaart
kistje timmeren
Hans Waleveld
L
Basho, Matsuo, De herfstwind dringt door merg en been (gekozen, vertaald, gannoteerd en ingeleid door Jos Vos), De Arbeiderspers, Amsterdam/Antwerpen 2001
Basho, Reisverslag van een verweerd skelet (vertaling Robert Hartzema), Meander, Amsterdam z.j.
Basho, The narrow road to the deep north and other travel sketches, Penguin Classics, Harmondsworth 1970
Blyth, R.H., A History of Haiku Volume Two, The Hokuseido Press, Tokyo 1964/1977
Humphreys, Christmas, Zen Buddhism, Pilgrims Book, Delhi 1949/1999
Jellema, C.O., Verzameld werk, Gedichten, Amsterdam, Querido 2005
Masao Abe, Zen en het westerse denken, Kok Agora Pelckmans, Kampen/Kapellen 1997
Rasch, Gerard en Van Hees, Annelies, Een maan door het koren, Deense poëzie van de twintigste eeuw, De Bezige Bij, Amsterdam 2000
Schagen, J.C. van, Gedichten, Wat dit blijfsel overbleef, de Prom, Baarn 1991
Suzuki, D.T., Essays in Zen Buddhism, First and Second Series, Munshiram Manoharlal Publishers, New Delhi 2000
Tooren, J van, Haiku - Een jonge maan, Meulenhoff, Amsterdam 1974
Watts, Alan W., The way of Zen, Pelican Books, Hamondsworth 1972