Wat ben ik blij dat ik geen filosoof ben
maar in het bezit ben van een grote blonde vrouw,

het juiste middel tegen alle filosofie.


Frank Koenegracht 


L

het tekort van de filosofie

De filosofie geeft geen beelden van de werkelijkheid

In de academie


De leerling stond op en sprak:

Eeuwen en eeuwen
Hebben wij in de schaduw van de geest geleefd
Hebben wij gedacht
Dat het verstand de wereld spiegelt
Dat de dingen aan een naam gehoorzamen
Dat in het lichaam een innerlijk huist
Dat het wezen ergens achter de verschijning
In de diepte schuilt


K. Michel


Grof gezegd, kennen we twee soorten filosofen. De eerste gelooft in een wereld buiten of boven de tastbare werkelijkheid. De aartsvader van deze soort is Plato, de stichter van de Academie in Athene. Hij onderwees zijn leerlingen in het bestaan van een aparte wereld achter de verschijnselen in de natuur. Het is de wereld van eeuwige, onveranderlijke patronen of ideeën. En die bovenzinnelijke ideeënwereld is werkelijker dan de zichtbare wereld, want deze laatste is van de ideeënwereld slechts een armzalige afschaduwing.


Omdat de actieradius van onze zintuigen zich beperkt tot de tastbare schimmenwereld, zo redeneert Plato verder, moeten we die zintuigen wantrouwen. Ze vormen niet het juiste instrument waarmee we de werkelijkheid kunnen doorgronden. Die rol is weggelegd voor ons verstand. Alleen met de rede kunnen we deelnemen aan de ware, onvergankelijke wereld der ideeën. Metafysici als Plato, met in zijn voetspoor Augustinus en Descartes, zijn veelal ontwerpers van theoretische bouwwerken die het aardse en het bovenaardse vatten in één alles verklarend systeem.


Maar zie de vorm van de wolken in de lucht
Luister naar de groeiende bamboestengels
Zie het getal van de schuimkoppen in zee
Kijk naar het gedrag van de gletsjers


De woorden zijn contouren
De geest is een theologische inblazing
De verschijning is qualitate qua het wezen
En het innerlijk is omgekeerd het lichaam


Het denken volgt op afstand

In tegenstelling tot de metafysici geeft de tweede soort filosofen het primaat aan de zintuiglijke waarneming. Zij ‘schouwen’ de ons omringende verschijnselen en gaan ervan uit dat wij slechts kunnen weten door te zien, te horen, te proeven en te voelen. Het denken, dat wil zeggen het verstand, volgt op afstand en schiet bij het interpreteren van de werkelijkheid altijd tekort. Tussen hemel en aarde bestaat weliswaar meer dan wij kunnen waarnemen, maar dat mag geen reden zijn om de witte plekken dan maar in te vullen met ons vrij zwevende verstand. Wat we niet kunnen waarnemen, kunnen we ook niet weten of verklaren. Uitspraken doen over zaken die voorbij onze horizon liggen, staat gelijk aan speculeren, aan geloven in het ongerijmde. In deze anti-metafysische traditie staan filosofen als Lao Zi, Zhuang Zi, Heraclitus, Nietzsche en Wittgenstein. Als zij al spreken van God, dan is dat geen bovennatuurlijke alleskunner. Velen van hen beleven het goddelijke in de natuur, vanuit het besef dat wij als mensen één zijn met het ‘alles-ons-omringende’. En daarmee zijn ze - om de woorden van Einstein te gebruiken - vaak ‘diep religieuze ongelovigen’.


Kijken en vergelijken
Deze anti-metafysici moeten doorgaans niets weten van alles verklarende theorieën. Die geven, in de woorden van Ludwig Wittgenstein, geen beelden van de werkelijkheid. Ons blikveld is beperkt. De werkelijkheid omvat meer dan we kunnen bedenken, maar wat voorbij de grenzen van ons denken ligt, valt niet te ontrafelen met de analyse en de logica. Je kunt het hoogstens

aanduiden met een associatie, een metafoor of paradox. Hoogstens aanwijzen met een aforisme of korte observatie. Kortom, voorbij een zeker punt levert kijken en vergelijken meer op dan denken en theoretiseren. Met deze instelling tonen de anti-metafysische filosofen zich verwant aan de dichters. Eigenlijk zijn ze de dichters onder de filosofen, want ze geven blijk van een poëtisch wereldbeeld.


Laten wij ons dus allen ontkleden
Naakt als de stenen, de dieren in het veld
Het wegdek van verlaten wegen
Laten wij het licht van de wereld
Op de huid van onze lichamen ontvangen


De huid die inzicht en troost zal schenken
De huid die verlichting zal brengen


Erkenning en rijkdom doen niet meer ter zake
Voor schaamte is nu geen plaats
Het licht wacht


De waarheid is hier






L

K. MichelJa! Naakt als de stenen, Meulenhoff, Amsterdam 1989