Herakleitos is door de eeuwen heen vaak een mystiek
filosoof genoemd. Mystiek in de zin van irrationeel, zweverig en
neigend naar het bovennatuurlijke. Dat komt ongetwijfeld door het
fragmentarische van zijn uitspraken en de interpretatieproblemen die
daarvan het gevolg zijn. In werkelijkheid stond Herakleitos met beide
benen stevig verankerd in de bodem van de agrarische vroeg-Griekse
samenleving. Zijn denken getuigt van een boerse nuchterheid met als
belangrijke maatstaf de zichtbare verschijnselen van de natuur. Dat hij
onder de oppervlakte van die natuur een verborgen samenhang zag, doet
daar niets aan af. Dat inzicht getuigt alleen maar van een scherp
observatievermogen.
Groei gebeurt bedekt
Herakleitos erkende, in al zijn nuchterheid, de
beperkingen van het denken. De werkelijkheid laat zich niet tot op het
bot ontleden. Het verstand kent zijn grenzen. Gissen voorbij die
grenzen is zinloos, want:
Zij die naar goud zoeken, spitten veel aarde
om en vinden weinig.
Waarom dat zo is? Omdat de werkelijke aard van de
verschijnselen onzichtbaar blijft. "De natuur houdt zich verborgen,"
aldus Herakleitos. 'Natuur' is hier een vertaling van het woordt
'phusis', dat eigenlijk 'groei' betekent of 'de manier waarop dingen
groeien'. 'Groei gebeurt bedekt' is daarom een andere mogelijke
vertaling. Met andere woorden, groei, leven (en de oorsprong van het
leven) vormen een geheim. Ze geschieden in het duister, net als de
wortels van een plant, die onder de aarde gedijen. Leg je die wortels
bloot, dan sterft de plant.