In dezelfde periode waarin de vroege taoïsten in China
hun wereldbeschouwing ontwikkelden, leefde in Griekenland een man die
een sterk gelijkende visie uitdroeg. Die man was Herakleitos van Efese
(circa. 500 v. Chr.). Net als Lao Zi en Zhuang Zi meende hij dat alle
verschijnselen worden gekenmerkt door voortdurende verandering. 'Alles
stroomt' ('Phante Rei'), zo is zijn wereldbeeld later door anderen
samengevat. Hijzelf gebruikte de bekende metafoor van de rivier die
niet meer dezelfde is als we daar voor de tweede keer instappen:
Het is onmogelijk tweemaal in dezelfde rivier te
treden.
Getuige een andere passage uit het werk van Herakleitos, is het niet
alleen de rivier die de tweede keer een verandering heeft ondergaan,
maar ook onze eigen identiteit. Wie wij daarstraks waren, zijn we nu
niet meer, omdat we intussen extra indrukken en ervaringen hebben
opgedaan.
In dezelfde rivieren stappen wij en stappen wij niet, wij zijn het en
wij zijn het niet.
Door te zeggen dat wij tegelijk wel en niet in
dezelfde rivier stappen, geeft Herakleitos aan dat alles weliswaar
voorbijgaat, maar dat het voorbijgaan plaats heeft in een blijvend,
vast kader. Alles wat bestaat, verandert en blijft tegelijkertijd
hetzelfde. Het water stroomt voorbij tussen oevers die zich niet
verroeren.
Eeuwig brandend vuur
Evenals de taoïsten constateerde de Griekse filosoof
dat de constante verandering van alle verschijnselen voortkomt uit de
wisselwerking van tegenstellingen, samengebald in een cyclisch proces.
Alles ontstaat en vergaat, ontbrandt en dooft. Vandaar het beeld van
het 'eeuwig brandend vuur' dat Herakleitos gebruikte voor de
wereldorde. Maar, omdat de tegenstellingen in afwisseling uit elkaar
ontstaan, vormen ze tegelijk ook een eenheid. 'De weg omhoog en omlaag
zijn een en dezelfde'. 'Koude dingen verwarmen zichzelf, warmte koelt
af, vochtigheid droogt, uitgedroogd wordt weer vochtig.' Ofwel:
Hetzelfde is levend en dood, wakker en
slapend, jong en oud, want het eerste slaat om in het tweede en het
tweede slaat op zijn beurt om in het eerste.
Vergelijk hiermee Lao Zi:
Het moeilijke schept het makkelijke.
Lang en kort bepalen elkaar.
Hoog en laag vernietigen elkaar.
Stem en klank harmoniëren met elkaar.
Voor en na volgen op elkaar.
Alles ontstaat door strijd
'Hoog en laag vernietigen elkaar', zegt Lao Zi. Het één moet wijken
voor het ander. Al het ontstaan is een verovering op het bestaande, een
kwestie dus van strijd. Maar wel een strijd in onderlinge verbondenheid
van pool en tegenpool. In de woorden van Herakleitos:
We moeten weten dat oorlog een verband
schept, dat het rechtsbestel berust op twist en dat alles ontstaat door
strijd.
Het ontstaan van alles wat is, vraagt een inspanning,
vereist energie in de vorm van strijd. Pas als die strijd is geleverd,
als het onderling schijnbaar onverzoenlijke met geweld is verenigd,
treedt - tijdelijk - een toestand in van eenheid en harmonie:
Het onderling strijdige overeenstemmend ...
uit wat elkaar tegenstreeft de mooiste harmonie.